Verbtime, Verb Table Dutch

  General Information
  Regular verbs
  Verb-irregularities
  Irregular verbs
  Appendix
25
-
weak verb "antwoorden"

Irregular verbs, overview


Weak verb:
antwoorden
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief

OTT / Present
ik antwoord
jij antwoordt
hij antwoordt
wij antwoorden
jullie antwoorden
zij antwoorden
OVT / Past
ik antwoordde
jij antwoordde
hij antwoordde
wij antwoordden
jullie antwoordden
zij antwoordden
OTTT / Future I
ik zal antwoorden
jij zult antwoorden
hij zal antwoorden
wij zullen antwoorden
jullie zullen antwoorden
zij zullen antwoorden
VTT / Present Perfect
ik heb geantwoord
jij hebt geantwoord
hij heeft geantwoord
wij hebben geantwoord
jullie hebben geantwoord
zij hebben geantwoord
VVT / Past Perfect
ik had geantwoord
jij had geantwoord
hij had geantwoord
wij hadden geantwoord
jullie hadden geantwoord
zij hadden geantwoord
VTTT / Future II
ik zal geantwoord hebben
jij zult geantwoord hebben
hij zal geantwoord hebben
wij zullen geantwoord hebben
jullie zullen geantwoord hebben
zij zullen geantwoord hebben
Conditionalis

OVTT / Conditional I
ik zou antwoorden
jij zou antwoorden
hij zou antwoorden
wij zouden antwoorden
jullie zouden antwoorden
zij zouden antwoorden
VVTT / Conditional II
ik zou geantwoord hebben
jij zou geantwoord hebben
hij zou geantwoord hebben
wij zouden geantwoord hebben
jullie zouden geantwoord hebben
zij zouden geantwoord hebben
Imperatief

antwoord / antwoordt u
Deelwoord / Participle

Onvoltooid / Present Participle
antwoordend
Voltooid / Past Participle
geantwoord
Zelfstandig naamwoord

het antwoorden


Support:
Webmaster:
support@verbtime.com
webmaster@verbtime.com
Copyright © Helmut Bischoff 2005-2023. All rights reserved
 
Copyright H.Bischoff 2005-2023. All rights reserved