60
-
irregular, weak verb "hebben" (auxiliary verb)
Weak verb:
hebben (auxiliary verb)
Conjugation:
Irregular:
The OTT (Present) becomes "heeft" in Singular I.
The OVT (Past) and Voltooid Deelwoord (Past Participle) is conjugated with "a".
The OVT (Past) and Voltooid Deelwoord (Past Participle) is conjugated with "a".
Particularities:
-
Indicatief
OTT / Present
ik heb
jij hebt
hij heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben
OVT / Past
ik had
jij had
hij had
wij hadden
jullie hadden
zij hadden
OTTT / Future I
ik zal hebben
jij zult hebben
hij zal hebben
wij zullen hebben
jullie zullen hebben
zij zullen hebben
VTT / Present Perfect
ik heb gehad
jij hebt gehad
hij heeft gehad
wij hebben gehad
jullie hebben gehad
zij hebben gehad
VVT / Past Perfect
ik had gehad
jij had gehad
hij had gehad
wij hadden gehad
jullie hadden gehad
zij hadden gehad
VTTT / Future II
ik zal gehad hebben
jij zult gehad hebben
hij zal gehad hebben
wij zullen gehad hebben
jullie zullen gehad hebben
zij zullen gehad hebben
Conditionalis
OVTT / Conditional I
ik zou hebben
jij zou hebben
hij zou hebben
wij zouden hebben
jullie zouden hebben
zij zouden hebben
VVTT / Conditional II
ik zou gehad hebben
jij zou gehad hebben
hij zou gehad hebben
wij zouden gehad hebben
jullie zouden gehad hebben
zij zouden gehad hebben
Imperatief
heb / hebt u
Deelwoord / Participle
Onvoltooid / Present Participle
hebbend
Voltooid / Past Participle
gehad
Zelfstandig naamwoord
het hebben