Verbtime, Verb Table Dutch

  General Information
  Regular verbs
  Verb-irregularities
  Irregular verbs
  Appendix
103
-
strong verb "stelen"

Irregular verbs, overview


Strong verb:
e-a-o (#4): stelen, stal, gestolen
Conjugation:
Irregular:
-
Particularities:
-
Indicatief

OTT / Present
ik steel
jij steelt
hij steelt
wij stelen
jullie stelen
zij stelen
OVT / Past
ik stal
jij stal
hij stal
wij stalen
jullie stalen
zij stalen
OTTT / Future I
ik zal stelen
jij zult stelen
hij zal stelen
wij zullen stelen
jullie zullen stelen
zij zullen stelen
VTT / Present Perfect
ik heb gestolen
jij hebt gestolen
hij heeft gestolen
wij hebben gestolen
jullie hebben gestolen
zij hebben gestolen
VVT / Past Perfect
ik had gestolen
jij had gestolen
hij had gestolen
wij hadden gestolen
jullie hadden gestolen
zij hadden gestolen
VTTT / Future II
ik zal gestolen hebben
jij zult gestolen hebben
hij zal gestolen hebben
wij zullen gestolen hebben
jullie zullen gestolen hebben
zij zullen gestolen hebben
Conditionalis

OVTT / Conditional I
ik zou stelen
jij zou stelen
hij zou stelen
wij zouden stelen
jullie zouden stelen
zij zouden stelen
VVTT / Conditional II
ik zou gestolen hebben
jij zou gestolen hebben
hij zou gestolen hebben
wij zouden gestolen hebben
jullie zouden gestolen hebben
zij zouden gestolen hebben
Imperatief

steel / steelt u
Deelwoord / Participle

Onvoltooid / Present Participle
stelend
Voltooid / Past Participle
gestolen
Zelfstandig naamwoord

het stelen


Support:
Webmaster:
support@verbtime.com
webmaster@verbtime.com
Copyright © Helmut Bischoff 2005-2023. All rights reserved
 
Copyright H.Bischoff 2005-2023. All rights reserved